Sociale filosofie
Sociale filosofie gaat over de verhouding van de individuele mens en diens maatschappij. Indien het wezen van de mens bestaat uit liefde, zoals zowel de wetenschap als de metafysica ons leert (zie bij wijsgerige antropologie), dan heeft deze antropologische constatering niet alleen gevolgen voor de wijsgerige psychologie en ethiek, maar tevens voor de maatschappij waarin wij leven. Die maatschappij wordt immers gevormd uit mensen die een bepaald beeld hebben van zichzelf en van de ander. Sinds Thomas Hobbes (1588-1679) domineert het beeld van de mens als egoïstisch en bijgevolg meedogenloos wezen (homo homini lupus). Dit wilde beest kan alleen via regels en wetten in toom worden gehouden. In het bedrijfsleven, maar ook in tal van andere maatschappelijke sectoren speelt concurrentie een cruciale rol, wat het beeld van een strijdende mens bevestigt. In films, waar grof geweld nogal eens domineert, zie je die liefdeloosheid terugkeren. Ook het alledaagse leven kenmerkt zich niet zelden door hardheid en gewetenloosheid. Kortom, de huidige maatschappij is welbeschouwd doordrenkt met angst, wantrouwen en agressie.
Daarentegen kun je een maatschappij ook funderen op de twee filosofische grondervaringen die volgens de Maieutics School in het leven van de mens centraal staan (zie voor die ervaringen de Homepagina). Dit heeft om te beginnen tot gevolg dat men de eindigheid van het leven eerlijk erkent (twijfelervaring). De juiste reactie daarop bestaat echter niet uit egoisme (survival of the fittest), politieke repressie en blinde machtswellust, want daardoor wordt de eindigheid in feite alleen maar versterkt. De juiste reactie bestaat veeleer uit een liefdevolle omgang met zichzelf, de naaste en de natuur (totaliteitservaring). Deze reactie doorbreekt het egoïsme en brengt ons terug tot ons ware wezen en daarmee tot ons oerbeginsel. Daardoor zal een totaal andere maatschappij ontstaan. Gebeurt dat mondiaal, zoals de universele theologie beoogt, dan ontstaat een totaal andere wereld.
Een wereld die tot dan toe utopisch leek, zal tot realiteit transformeren. Godsdienstoorlogen en andere conflicten houden definitief op. Gevoelens van zinloosheid (nihilisme) maken plaats voor acceptatie, tevredenheid en diepe vreugde. Met deze grondhouding benadert men vol compassie de medemens, de natuur en de totale planeet. Waarden als waarheid en rechtvaardigheid worden hooglijk gerespecteerd, want zij bevestigen de liefde voor onszelf en voor de ander. Politieke tegenstellingen smelten als sneeuw voor de zon, omdat liefdevolle warmte het absolute criterium vormt. Talenten komen volledig tot ontwikkeling, wat leidt tot vreugde voor het individu en maximale dienstbaarheid aan de samenleving. Ieder mens wordt zonder uitzondering gewaardeerd en ontvangt ruimschoots wat hij of zij nodig heeft, zowel fysiek als mentaal. Daarmee komt de noodzaak voor geld of macht te vervallen; hooguit is sprake van een efficiënte taakverdeling. Aldus geeft de mensheid gehoor aan haar potentie tot spirituele groei: ze is in maatschappelijk opzicht eindelijk volwassen geworden.
De sociale filosofie kan deze nieuwe visie op alle genoemde terreinen verder onderzoeken en uitwerken.