Love Class
In de winter van 1969 vond een drama plaats. Een intelligente, gevoelige studente van professor Leo F. Buscaglia (1924-1998) pleegde zelfmoord. Dit twintigjarige meisje was volgens Buscaglia niet alleen zeer aimabel, ook haar cijfers waren excellent. Op het eerste gezicht ging alles dus heel goed met haar. Nochtans is ze in een ravijn gesprongen. Voor Buscaglia was deze eindigheidservaring dermate aangrijpend dat hij als orthopedagoog werd bewogen om een nieuwe cursus te ontwikkelen. Die cursus zou aan spirituele groei zijn gewijd. En al snel bleek één thema door allerlei andere thema’s – zoals seks, verantwoordelijkheid, de dood, hoop en de toekomst – heen te lopen, namelijk liefde. Vandaar dat deze nieuwe cursus de naam Love Class kreeg.
In feite was van lesgeven geen sprake, want ook Buscaglia zelf was op liefdesgebied slechts een leerling. Hij trad daarom vooral op als “facilitator to the students as we guided each other closer to an understanding of the delicate phenomenon of human love” (Buscaglia, Love, p. 12). “I don’t teach love, of course, I simply facilitate growth in love” (Love, p. 16). Elders schrijft hij: “Ik geef die klas geen les. Ik schep mogelijkheden. Ik zorg ervoor dat er iets gebeurt. Ik kom samen met mensen en ik leer hen iets. We leren samen. Omdat liefde wordt aangeleerd, heeft elk van jullie het op een andere manier geleerd, en hebben jullie mij net zoveel te leren als ik jullie” (Liever leren leven, p. 67). Sommige collega’s van Buscaglia reageerden met enige reserve, want ze vonden ‘liefde’ eigenlijk geen gepast thema voor een cursus aan de universiteit. Sterker nog, één collega vond dit onderwerp zelfs “irrelevant”. Anderen dreven er de spot mee en vroegen of er ook ‘laboratoriumonderzoek’ zou worden gedaan (alsof liefde niets anders zou zijn dan seks…). Intussen echter groeide Love Class uit tot een serieus project van zo’n 100 studenten per jaar, variërend in leeftijd en ontwikkeling, gedurende meerdere academische jaargangen. Met andere woorden: Buscaglia oogstte duidelijk succes!
Dat het thema ‘liefde’ door de reguliere wetenschap in het verdomhoekje is gezet, brengt Buscaglia als volgt onder woorden:
“Love has really been ignored by the scientists. It’s amazing. My students and I did a study. We went through books in psychology. We went through books in sociology. We went through books in anthro-pology, and we were hardpressed to find even a reference to the word ‘love’. This is shocking because it is something we all know we need, something we’re all continually looking for, and yet there’s no class in it. It’s just assumed that it comes to us by and through some mysterious life force” (Love, p. 17).
Buscaglia is van mening dat liefde moet worden gecultiveerd. Volgens hem hebben talloze psychologen, psychiaters, sociologen en antropologen aangetoond dat liefde een “learned response, a learned emotion” is (Love, p. 43). Zoals je haat kunt zaaien, wat helaas veelvuldig gebeurt, zo kun je hetzelfde doen met liefde. Dat geldt voor het individu, het gezin, de gemeenschap, het land en uiteindelijk de wereld als geheel. Bovendien verdedigen we in de Maieutics School het standpunt dat in ieder mens een metafysische kern zit die uit onvoorwaardelijke liefde bestaat, als deel van het oerbeginsel dat zich met name via totaliteitservaringen aan ons kenbaar maakt. Cultiveren van liefde komt dus in wezen neer op een herontdekken of blootleggen (maieutiek) van Liefde met een hoofdletter.
Buscaglia stelt dat ieder mens in wezen over een “limitless potential of love” beschikt (Love, p. 56). Dit potentieel moet enkel maar worden gecultiveerd en dat doe je volgens hem door na te gaan wat kenmerkend is voor echte liefde en je vervolgens deze kenmerken eigen te maken. Dat gaat min of meer spelenderwijs. “Love, especially, is learned best in wonder, in joy, in peace, in living”. Tijdens de Love Class bijvoorbeeld verricht Buscaglia samen met diens studenten experimenten die ook in de maieutics school niet zouden misstaan. In zijn boek Living, loving, learning (in het Nederlands vertaald als Liever leren leven) lezen we het volgende:
“Ik deed ooit een een interessant experiment met een groep studenten, tijdens een cursus psycholinguïstiek. Ik liet hen twee lijsten met woorden opstellen. Aan de ene kant maakten we een lijst met ‘waardeloze woorden’. Woorden die we nooit meer zouden gebruiken, zoals ‘haat’, ‘wanhoop’, ‘nee’. We stelden een woordenboek samen van waardeloze woorden, alle echt negatieve woorden. Aan de andere kant stelden we een lijst samen met positieve woorden, zoals ‘liefde’. We besloten alleen deze woorden te gebruiken als we over andere mensen zouden praten, om slechts met deze woorden te praten en te denken over onszelf en over de wereld. Dat deden we en er gebeurden fantastische dingen met de manier waarop we ons voelden, waarop we andere mensen zich lieten voelen en de weerslag daarvan op onszelf. En dat alles alleen maar door positieve woorden te gebruiken!” (Liever leren leven, p. 50-51).
In hetzelfde boek schrijft Burscaglia over het cultiveren van liefde de volgende passage:
“Indien ieder van ons vanavond tot zichzelf zei: ‘Ik heb het niet in mij om andere mensen te gaan helpen. Dat kan ik niet. Maar ik neem me voor dat ik nooit iemand zal kwetsen, tenminste, niet opzettelijk’. Mijn hemel, wat een wonderbare plaats zou deze wereld zijn! Telkens wanneer je het kwaad voelt opkomen, onderdruk je het meteen! Na een tijdje wordt het een tweede natuur om negatieve gevoelens weg te duwen. En daarna hoeft zelfs dàt niet meer. Dat is de reactie wanneer je positief denkt, want het positieve brengt het positieve voort. Dat horen we en we lachen erom, maar iedereen houdt van mensen die liefde uitdragen. We vinden ze een beetje gek, maar we vinden het leuk dat ze om ons heen zijn” (Liever leren leven, p. 186).
Het is duidelijk dat het denken van Buscaglia voor onze maatschappij een grote inspiratie kan zijn. De faciliterende rol die hij in diens Love Class speelde, alsmede de daarbij ondernomen experimenten (aangevuld met nog te ontwikkelen werkcolleges) kunnen hedendaagse docenten inspireren. Derhalve dient Buscaglia’s gedachtegoed niet alleen zorgvuldig te worden bestudeerd, maar tevens in een creatieve vorm van onderwijs te worden geïmplementeerd. Op die manier kan de liefde – als onze innigste kern en eigenlijke identiteit – in de samenleving op een meer systematisch wijze worden gecultiveerd. Iemand die dit ideaal op de universiteit reeds nastreefde, was de helaas veel te vroeg overleden Charles Flynn.